In 2030 moet 70 procent van de elektriciteit duurzaam worden opgewekt en in 2050 voor 100 procent. Dat kan met gebruik van waterstof, kernenergie, biomassa, groen gas (gas van biobrandstof) en fossiele brandstof waarbij CO2 wordt afgevangen en opgeslagen. Volgens het akkoord gaan alle kolencentrales sluiten of worden ze omgebouwd tot biomassacentrales. Inmiddels staat het gebruik van biomassa voor energie overigens ter discussie.

De industrie zal vanaf 2021 per te veel uitgestoten megaton CO2 dertig euro moeten gaan betalen en dit bedrag kan oplopen tot 150 euro in 2030. Het belastinggeld wordt vervolgens geïnvesteerd in het verduurzamen van de industrie.

De al bestaande subsidie voor duurzame energie (ODE) wordt vanaf 2020 voor twee derde betaald door bedrijven en een derde door burgers, nu is dit nog een gelijke verdeling.

• Er worden verschillende varianten van rekeningrijden onderzocht om de terugloop in brandstofaccijns te compenseren en te zorgen dat eigenaren van benzineauto’s niet alleen opdraaien voor de belastingen.
• Vanaf 2030 mogen nieuwe auto’s geen CO2 meer uitstoten en in 2050 rijden er alleen nog CO2-vrije auto’s. Verder komt er een belasting op diesel van 1 cent.

Zowel woningen als gebouwen worden tot en met 2030 CO2-vrij gemaakt. Er komt een warmtefonds om iedereen te stimuleren om met een lening tegen lage rente je huis beter te isoleren en van het gas af te stappen. In 2020 daalt de energierekening en op termijn zal gas steeds duurder worden.

De landbouwsector moet een extra CO2-reductie realiseren. De Nederlandse overheid investeert hiervoor 970 miljoen euro in onder meer de ontwikkeling van innovatieve en duurzame landbouwtechnieken en onderwijs. En boeren die willen stoppen of overstappen naar kleinschaligere landbouw zullen gecompenseerd worden.

De Nederlandse regering erkent dat bomen bijdragen aan het afvangen en opslaan van CO2. Daarom investeert Nederland 51 miljoen euro om ontbossing te voorkomen, natuurgebieden uit te breiden en te beschermen en het gebruik van hout, stekken en andere natuurproducten voor de aanleg van land en wegen te stimuleren.