Feiten en fabels over biologisch eten
Biologische landbouw wordt gezien als een natuurvriendelijke manier om voedsel te verbouwen. En de verkoop van biologische producten groeit de laatste jaren. Maar kunnen we er ook voldoende voedsel voor iedereen mee produceren? En is het wel aantrekkelijk voor boeren? Je hoort verschillende verhalen. Daarom hebben we de belangrijkste feiten en fabels over biologisch eten voor je op een rij gezet.
1. “Met biologische landbouw kunnen we niet genoeg eten produceren."
Dit is deels waar. Onderzoek laat zien dat biologische landbouw per hectare grond, 14-36% minder voedsel oplevert dan niet-biologische landbouw (Migchels et al., 2023). Dit komt vooral doordat er in biologische landbouw geen kunstmest en pesticiden worden gebruikt. Maar op de lange termijn zou biologische landbouw toekomstbestendiger kunnen zijn. En dat komt vooral doordat biologische landbouw focust op een vruchtbare, levende bodem. Dit zorgt ervoor dat de grond niet uitgeput raakt en dat toekomstige generaties er ook nog gewassen op kunnen telen. Ook leidt een levende bodem tot een betere wateropslag en doorlatendheid van de bodem. De verwachting is daardoor dat biologische landbouw beter met de gevolgen van klimaatverandering, zoals met droogte en met waterovervloed, om kan gaan dan gangbare landbouw. Er zijn echter ook voorbeelden van biologische systemen die juist vatbaarder zijn voor plagen en ziekten onder invloed van klimaatverandering. De toekomst zal dit verder moeten uitwijzen.
Om ervoor te zorgen dat we nu en in de toekomst voldoende eten hebben voor een (groeiende) wereldbevolking, moeten we niet alleen kijken naar de productiviteit van soorten landbouw, maar zijn vooral ook andere veranderingen nodig in ons voedselsysteem. Zo zullen we minder voedsel moeten verspillen. Want we gooien nu wereldwijd derde van al het geproduceerde voedsel weg. En moet er minder landbouwgrond voor vee en de productie van veevoer worden gebruiken. Op dit moment neemt dat 80% van alle landbouwgrond ter wereld in.
2. “Biologische landbouw is de enige vorm van duurzame landbouw."
Dit is niet waar. Er zijn verschillende andere vormen van duurzame landbouw. Bijvoorbeeld kringlooplandbouw, natuurinclusieve landbouw en agroforestry, oftewel voedselbosbouw. Er bestaat geen eenduidige omschrijving van wat duurzame landbouw is, maar over het algemeen kun je zeggen dat bij duurzame landbouw er zo min mogelijk externe inputs (o.a. kunstmest, pesticiden, antibiotica) gebruikt worden, de bodem zo min mogelijk wordt beroerd, er veel afwisseling is in het landschap (bijvoorbeeld kruidenrijke akkerranden, heggen, polycultuur of strokenteelt), en daardoor zo goed mogelijk wordt samengewerkt met natuurlijke processen die ruimte geven aan bestuivers en natuurlijke plaagbestrijders. Het voordeel van biologisch is dat de regels in de Europese wet zijn vastgelegd, dat het onafhankelijk wordt gecontroleerd en een herkenbaar keurmerk ‘EU-biologisch’ heeft in de winkel. Zo weet je zeker dat bij de productie wordt gezorgd voor minder stikstofuitstoot, meer biodiversiteit, schoner water, gezondere bodems, en meer dierenwelzijn. Het Demeter keurmerk (biologisch-dynamisch) en het EKO-keurmerk vallen ook onder EU-biologisch en zetten bovenop de regels voor biologisch nog extra stappen voor duurzaamheid.
3. “Biologische producten zijn duurder."
Dit is vaak waar, maar niet altijd. Gemiddeld is de prijs van biologische producten hoger dan andere producten. Dit komt omdat bij de productie van biologisch eten geen kunstmest en synthetische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, waardoor er vaak minder opbrengst per hectare is. Ook is biologische landbouw vaak arbeidsintensiever doordat er bijvoorbeeld onkruid moet worden gewied.
Maar hoeveel de prijzen verschillen tussen biologisch en niet-biologisch hangt erg af van waar je ze koopt, het seizoen en om welke producten het gaat. Bij sommige supermarkten zijn de prijzen van biologisch een stuk gunstiger dan bij andere. En producten zoals pasta of tomatensaus zijn vaak niet eens duurder. De moeite waard om te vergelijken!
Je zou ook kunnen zeggen dat niet-biologische (of niet duurzaam geproduceerde producten in het algemeen) eigenlijk te goedkoop zijn. Want je betaalt niet de ‘echte prijs’ omdat schade aan natuur en milieu bij de productie niet wordt doorberekend in de prijs. Bijvoorbeeld schade door het gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Bij biologische producten wordt dit niet gebruikt en hoeft het ook niet doorberekend te worden in de prijs. Je betaalt dus eigenlijk extra voor minder schade aan het milieu voor de productie van jouw eten.
4. “Biologische landbouw stoot meer CO2 uit."
Uit onderzoek blijkt dat biologische landbouw voor vollegrondsgroenteteelt minder broeikasgasemissies per hectare uitstoot, maar meer broeikasgassen per kilo product. Dat zit zo: Biologische landbouw maakt geen gebruik van pesticiden en kunstmest. Dat betekent dat biologische landbouw minder broeikasgasemissies uitstoot die te maken hebben met transport en productie van kunstmest en pesticiden ten opzichte van gangbaar. Biologische landbouw heeft daarentegen een lagere opbrengst dan gangbare landbouw (zie hierboven), waardoor de broeikasgasemissies die per ha worden uitgestoten over minder producten verdeeld kan worden en daardoor hoger uitvallen. De precieze broeikasgasemissies zijn verschillend per gewas (Migchels et al., 2023).
Voor zuivel is het weer een ander verhaal. Uit hetzelfde rapport blijkt dat de CO2-uitstoot per ha voor biologische melk ook lager is dan gangbaar, 1/3 ongeveer, en dat de CO2-uitstoot per kg melk vrijwel gelijk is aan die van gangbaar (Migchels et al., 2023). Hierbij moet wel verteld worden dat er geen CO2-gegevens zijn voor de teelt van biologische veevoer in het buitenland en dat de berekeningen dus zijn gebaseerd op aannames hierover. Het verschil tussen biologisch en gangbaar is ook hier te wijten aan een verschil in productie tussen gangbaar (hogere productie) en biologisch (lagere productie) en een verschil in gebruik van externe inputs (biologisch gebruikt minder krachtvoer en minder land voor veevoer in het buitenland). Daarnaast is er een verschil in methaanuitstoot tussen biologisch en gangbaar, een belangrijk broeikasgas. Dat verschil zit in de methaanuitstoot uit de koe zelf (de scheten die een koe laat) en de methaanuitstoot uit mest. Een biologische koe stoot meer methaan uit (door meer gras te eten en minder krachtvoer) terwijl het minder melk produceert. Daar tegenover staat dat er minder methaan uit mest komt, omdat de koeien vaker in de wei staan t.o.v. een gemiddeld gangbaar bedrijf. Maar er komt dan wel weer meer lachgas uit de wei van een biologische koe, vanwege de mest en urine in de wei (Migchels et al., 2023). Een ingewikkelde kwestie dus.
5. “Biologische landbouw is niet aantrekkelijk voor boeren."
Dit is niet zo makkelijk te beantwoorden en is afhankelijk van het product en de tijd. Prijzen voor biologische en gangbare producten kunnen namelijk erg schommelen afhankelijk van weerspatronen en gebeurtenissen op de wereldmarkt. De vraag naar duurzaam voedsel, voedsel met een keurmerk, is na een lange gestage stijging, in 2022 licht gedaald: van 19% van onze voedselbestedingen naar 18% (Logatcheva & Herceglić, 2023). Daarbij moet wel rekening gehouden worden met dat veel van de producten die in Nederland geproduceerd worden geen directe relatie hebben met de vraag van Nederlandse consumenten: ongeveer 65% van de melk die in Nederland geproduceerd wordt, bijvoorbeeld, gaat naar het buitenland.
Naast de prijsschommelingen heeft biologische landbouw, en duurzame landbouw in het algemeen, verschillende voordelen voor boeren en kan op de langere termijn meer geld opbrengen. Doordat duurzame landbouw de bodem gezond houdt en natuur beschermd is het toekomstbestendiger dan reguliere landbouw. Ook is het vaak beter bestendigd tegen hele droge of juist hele natte periodes, die door klimaatverandering steeds vaker voorkomen.
Een omschakeling naar duurzame landbouw vraagt wel vaak de eerste jaren om hogere investeringen, die niet direct vanaf het begin terug te verdienen zijn en boeren afhankelijk zijn van de bereidheid van consumenten om een wat hogere prijs te betalen. Boeren die omschakelen naar biologisch kunnen de eerste jaren hun producten nog niet als biologisch verkopen omdat er een overgangsperiode van gangbare grond naar biologisch gecertificeerde grond geldt van 2 jaar. Hierdoor kunnen ze niet direct een hogere prijs vragen.
6. “Biologisch eten is gezonder."
Hier is nog geen eenduidig antwoord op te geven. Uit onderzoek naar individuele producten komt wel naar voren dat biologische producten over het algemeen minder resten van bestrijdingsmiddelen bevatten en soms minder nitraat. Ook zijn in sommige biologische producten hogere gehaltes vitamine C, mineralen en bioactieve stoffen gemeten. Tegelijkertijd is de variatie tussen biologische producten groot, hangt het ook af van het seizoen, regio en de gebruikte rassen en gaat gezond eten niet over losse producten maar over iemands gehele eetpatroon. Over het algemeen zijn biologische producten en niet-biologische producten even veilig. Bij biologisch is er minder risico dat er resten diergeneesmiddelen in melk en vlees zitten.
We helpen je graag op weg
Je eetgewoontes veranderen kan lastig zijn. Daarom helpen we je graag met tips om duurzamer te eten, minder eten te verspillen en welke bedrijven je helpen om aardiger te eten.
Aardig Eten met je bedrijf
Wil jij je als bedrijf inzetten? Neem dan contact op met bedrijven@wwf.nl of bel 0800-1962.
Test jouw eetgedrag
Hoe aardig eet jij? Doe de test en ontvang tips, recepten en meer uitleg over ons voedselsysteem!