RSPO is het keurmerk van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO). RSPO wil dat in de toekomst alleen nog palmolie wordt verwerkt die duurzaam is geproduceerd.

De teelt van RSPO-gecertificeerde palmolie gaat niet ten koste van oerbos en andere gebieden met een hoge natuur- en culturele waarde. Bij de teelt worden minder pesticiden en kunstmest gebruikt dan gebruikelijk bij niet-gecertificeerde teelt. Het keurmerk heeft criteria voor het respecteren van rechten van boeren en de lokale bevolking. Het eisenpakket wordt elke paar jaar aangescherpt.

Naast certificering met keurmerken richt RSPO zich ook op verbeteringen bij kleinschalige boeren, waardoor zij duurzamer produceren, hun palmolieproductie kunnen verhogen en hogere inkomsten krijgen. 30 tot 40 procent van de palmolie wordt door kleinschalige boeren geproduceerd. Als de productie per hectare omhoog gaat, is er geen of minder uitbreiding van plantages nodig om aan de toenemende vraag te voldoen. Dat kan door betere productiemethodes zoals betere palmen.

• Mengen van materialen: een nadeel van het RSPO-systeem is dat gecertificeerde palmolie kan worden gemengd met niet-gecertificeerd materiaal. Daarbij zijn er geen controles op het niet-gecertificeerde deel. Omdat nog veel bedrijven hiervoor kiezen is dit één van de mogelijke bronnen van palmolie op de Europese markt waar ontbossing voor heeft plaatsgevonden. WWF pleit er daarom voor dat bedrijven alleen gescheiden en traceerbare producten kopen.
  
  
• Fouten bij controles: Een ander kritiekpunt op RSPO is dat er bij controles door certificeerders fouten worden gemaakt. WWF maakt zich daarom binnen RSPO hard voor goede controle van de kwaliteit van de certificeerders, en een goede klachtenprocedure bij RSPO.