Een belangrijk doel van deze leerstoel binnen het Groningen Institute for Evolutionary Life Sciences van de RUG is het onderzoeken hoe natuur en landbouw dichter bij elkaar gebracht kunnen worden. Bijvoorbeeld door onderzoek te doen naar de rol van landbouwgebieden als leefgebied voor wilde dieren. Deze kennis draagt bij aan de ontwikkeling van een landbouwsysteem dat winstgevend is voor boeren, voorziet in behoeften vanuit de samenleving én meerwaarde biedt voor natuur.
“In plaats van tegenover elkaar, staan landbouw en natuur juist naast elkaar”, aldus Pablo Tittonell. “Boeren mét natuur, ookwel Agro-ecologie genoemd, is een stroming die vanuit zowel de wetenschap als de praktijk opvallend positieve uitkomsten laat zien. En niet alleen voor kleinschalige landbouw: de principes zijn ook goed toepasbaar om een duurzame voedselvoorziening te waarborgen. Landbouw kan profiteren van natuur en natuur van landbouw, zonder nadelige compromissen.”
Ombuigen biodiversiteitsverlies naar herstel
Vanuit de agrarische sector is veel interesse voor natuurvriendelijke landbouw. Er is echter ook veel behoefte aan meer kennis over bijvoorbeeld de rol van bestuivende insecten, natuurlijke plaagbestrijding en het stimuleren van bodemleven. Daarom is het belangrijk om te investeren in onderzoek, het delen van kennis en het verbinden van kennis aan de praktijk.
“Natuurreservaten beslaan slechts zo’n 10% van ons landoppervlak. Als we de trend van verlies aan biodiversiteit willen ombuigen naar herstel, dan moeten we dus ook buiten natuurgebieden ecosystemen herstellen”, zegt Kirsten Schuijt, CEO van WWF-NL. “Het voedselsysteem is één van de belangrijkste oorzaken van verlies aan biodiversiteit wereldwijd. Er ligt dus een belangrijke oplossing in agrarische landschappen. Het huidige landbouwsysteem moet hiervoor echter drastische veranderingen ondergaan. Het Wereld Natuur Fonds ondersteunt deze noodzaak voor een urgente landbouwtransitie, ook in Nederland. Deze leerstoel helpt mee om te komen tot vernieuwende landbouwoplossingen om deze transitie, samen met boeren, bedrijfsleven en overheden, daadwerkelijk te realiseren.”