Wat moet je doen als een tijger je knuffel op eet?
Een tijger eet je lievelingsknuffel op. Dat gaat natuurlijk zomaar niet. Maar ja: hoe vertel je dat aan die vreetzak?
Erachteraan natuurlijk!
Wat dacht je dán? De bosjes in, de struiken door. Geeft niet als ik schrammen op mijn benen krijg. Maakt niet uit als mijn adem opraakt. Blijf met je gestreepte poten van mijn liefste knuffel af!
Ho! Wacht. Denk even na.
Wat doe je als je straks hijgend tegenover die knuffeldief staat? Heb je die vier hoektanden wel eens gezien? Scherp als dolken. Heb je zijn gegrom wel eens gehoord? Hard als onweer. Echt. Daar wil je geen potje mee vechten.
Wat nu? Stampvoeten?
Heeft geen zin. Huilen?
Krijg je je knuffel niet mee terug.
Wat dacht je van… ruilen?
Serieus? Maar hóe dan?
Die vreetzak heeft mijn knuffel allang doorgeslikt. Ik zie alleen nog maar pluisjes liggen!
Kom, niet zo somber. Wat er in kan, kan er toch ook weer uit?
Je bedoelt dat hij mijn knuffel moet uitspugen?
Je bent gek! Helemaal niet. Let maar eens op…
Kijk tijgertje, ik heb een groot stuk vlees voor je. Dat vind je vast véél lekkerder dan die droge knuffel van mij. Daar krijg je straks buikpijn van, hoor.
Ik wáárschuw je.
PSSST POESJE...
Kom maar hier. Ruik je het? Lekker he? Als jij mijn knuffel nou uitspuugt, dan prop ik snel dit heerlijke hapje in je grote bek.
Ik tel af.
Drie… Twee… Eén…
Hé, waarom doe je niks?
Rotpoes.
Gestreepte boef.
Ik geef het op.
Of weet jij soms nog iets?
Wacht. Weet je wat, tijgermans? Je mag hem houden. In mijn bed liggen nog veel meer knuffels. Nieuwer. Zachter. Mooier. Deze is stokoud, wist je dat? Ik heb ‘em al vanaf mijn geboorte. Heb je er niet aan geroken voordat je hem opschrokte?
Muf man!
Nog nooit in de was geweest! Papa en mama probeerden het steeds, maar het mocht niet van mij. Heb je die groene stukjes in zijn vacht gezien? Snotpulken. Elke avond veegde ik mijn vieze neus af aan zijn haren. Zo gezellig was dat!
Wat grom je me nou?
Je hoeft hem niet meer?
Spuug maar uit dan. En een beetje netjes a.u.b.
Niet zoveel tijgerkwijl. Goed zo, ik zie al een pootje! En daar komt zijn kop.
Hoera, hij is nog helemaal heel!
Brááf tijgertje. Hier is je vlees. Ik ga mijn knuffel in de was doen.
Vandaag mag het. Daarna nóóit meer!