De deltawerken beschermen ons tegen overstromingen, maar ze hebben ook de natuur in de delta ontregeld. Trekvissen zoals steur, zalm en paling stoten hun neus tegen de sluizen. Ze kunnen de gebieden verderop in Europa waar ze paaien moeilijk bereiken. Ook is er door de dammen geen eb en vloed meer. Daardoor zijn er veel minder slikken en schorren, waar trekvogels op hun vermoeiende trektochten kunnen eten en uitrusten.

We willen ‘werken met natuur’ in plaats van ertegen. Met concrete veldprojecten, onderzoek en lobby. Bijvoorbeeld door de rivier meer ruimte te geven om hogere waterstanden kunnen opvangen. Ook werken we aan de terugkeer van natuur met de dynamiek van eb en vloed. Als we langs rivieren in stedelijke gebieden meer groen aanleggen, ontstaat er een parkachtig landschap waar recreatie samengaat met waterveiligheid. Het dalen van de vele polders in Nederland ten opzichte van het zeeniveau kunnen we ook oplossen met natuur: door ze te verbinden met aangrenzend deltawater, dan krijg je slib om de zeespiegelstijging mee te compenseren. En dat geeft weer ruimte voor vogels en andere natuur.